Meer dan een dozijn Taliban-militanten uit het district Char Dara hebben donderdag de wapens neergelegd in de Noord-Afghaanse provincie Kunduz. Ze hebben zich aangesloten bij de regering.
De groep van 13 leden die onder leiding staat van Yar Mohammad hebben zich afgewend van de opstand, zo vertelde een functionaris van de Afghaanse veiligheidsdienst (National Security Directorate/NDS) aan het Chinese persbureau Xinhua.
De voormalige opstandelingen leverden ook negen wapens in aan de veiligheidsdiensten in de provincie.
In delen van noordelijke provincies zoals Kunduz, Baghlan en Takhar vechten Taliban tegen Afghaanse en NAVO-troepen.
Maar de militante groep die op 30 april het lenteoffensief aankondigde tegen de Afghaanse en buitenlandse strijdkrachten moet nog commentaar geven, aldus Xinhua.
Het lenteoffensief werd ook afgekondigd door de hoogste Taliban-leiding, en niet door plaatselijke opstandelingengroepen.
President Karzai heeft in september 2010 in een poging om een eind te maken aan de al 10 jaar durende oorlog en de door de Taliban geleide opstand een Hoge Raad voor Vrede (High Council for Peace) opgezet.
Deze Raad is bedoeld om meer vaart te geven aan het door de regering gesteunde nationale verzoeningsproces met de Taliban en aangesloten militanten.
Opstandelingen die zich aansluiten bij de regering en geweld afzweren kunnen re-integreren in de Afghaanse samenleving.
De commandanten die zich overgeven lopen wel gevaar. De afgelopen maanden zijn zeker vier Taliban-leiders die zich hadden aangesloten bij de regering in Kunduz door hun voormalige medeopstandelingen vermoord.
Vorige maand vroegen voormalige Taliban dan ook om betere bescherming van de Afghaanse overheid.